Goed voorbereid naar de kinderopvang
Een dag op het kinderdagverblijf zit vol met ontdekken, spelen en groeien. Hoe ziet een gemiddelde dag eruit voor jonge kinderen die naar een opvang gaan en staan we stil bij slapen en voeding en vertrouwd voelen? De stap van thuis naar starten in de groepsopvang is een hele verandering, hoe bereid jij je kind goed voor?
Een dag op de kinderopvang
Het is fijn voor een kind als dingen iedere dag hetzelfde gaan. Dit geeft voorspelbaarheid en rust. Op de groepsopvang wordt daarom zoveel mogelijk gebruik gemaakt van vaste routines. Denk hierbij aan een vaste volgorde van de dagindeling, bijvoorbeeld: vrijspelen, voeden, verschonen, slapen en vice versa. Deze vaste volgorde is belangrijk, omdat je kind iedere dag weer een nieuwe ervaring opdoet wanneer je kind op de groepsopvang is. Daarnaast werken de pedagogisch professionals met meerdere kinderen in een groep die allemaal hetzelfde ritme volgen.
Je kunt je kind helpen door thuis een beetje dezelfde volgorde aan te houden. Bijvoorbeeld: eerst fruit eten, dan verschonen en daarna slapen. Zo herkent je kind het ritme van de opvang en voelt zich sneller op zijn gemak. Het gaat vooral om de volgorde van activiteiten, niet om het exacte tijdstip. Wil je weten hoe de dag eruitziet op de opvang van je kind? Vraag het gerust na bij de opvang locatie.
Voor meer informatie, kijk op de website van de groeigids.
Slapen op de opvang
Slapen op de kinderopvang is vaak even wennen. Er zijn meer kinderen, andere geluiden en een ander ritme dan thuis. Baby’s volgen meestal hun eigen slaapritme, maar dat kan op de opvang iets anders gaan. Pedagogisch medewerkers letten goed op de slaapsignalen van je kind en proberen het ritme van thuis zoveel mogelijk aan te houden.
Je kunt je kind helpen door thuis te oefenen met zelfstandig in slaap vallen. Leg je baby in bed als hij/zij moe is, maar nog half wakker. Zo leert je kind zelf in slaap te vallen. Op de opvang gelden landelijke regels voor veilig slapen. Baby’s slapen op hun rug, zonder grote knuffels, niet ingebakerd en niet op een volwassene of in een draagzak. Dat kan even wennen zijn. Het is oké als ze even huilen, maar als het langer duurt, wordt je baby natuurlijk getroost. Peuters doen meestal tegelijk een middagslaapje. Het helpt als je dit ritme ook thuis aanhoudt. Een kort slaapritueel, zoals luier verschonen, slaapzak aan en een liedje zingen, maakt het slapen herkenbaar en rustgevend. Kijk voor ideeën op de website van de GroeiGids.
Sommige kinderen slapen thuis juist langer na een dag op de opvang, of worden ’s nachts vaker wakker. Dat is normaal: de opvang is intensief en kinderen slapen vaak in een gedeelde kamer. Een vaste dagstructuur thuis helpt je kind om tot rust te komen. Denk aan opstaan en naar bed gaan rond dezelfde tijd, ook op dagen zonder opvang. Pedagogisch medewerkers zullen zoveel mogelijk inspelen op de signalen van het kind, maar het lukt niet altijd om het ritueel van thuis precies over te nemen. Het is fijn voor je kind om mee te mogen gaan in het ritme van de groep, met gezamenlijke eet- en speelmomenten. Dat draagt bij aan de sociale en emotionele ontwikkeling.
Voeding
Voeding is een belangrijk onderdeel van de dag op de kinderopvang. De momenten waarop kinderen worden gebracht en gehaald, zijn vaak druk. Als ouder kun je hierop inspelen door je baby thuis nog even te voeden voordat je hem of haar naar de opvang brengt. Zo kan je kind de eerste uren vooruit en hoeft het niet net op dat drukke moment een flesje. De pedagogisch medewerker heeft dan later, op een rustiger moment, alle tijd om je kind op een ontspannen manier te voeden.
Krijgt je baby nog borstvoeding? Dan kan het even wennen zijn om uit een flesje te drinken. Het is aan te raden om hier op tijd mee te oefenen. Vanaf ongeveer zes weken, als het drinken aan de borst goed gaat, kun je beginnen met af en toe een flesje geven. Doe dit regelmatig, zodat je baby eraan gewend raakt. Laat het flesje ook eens geven door iemand anders, zoals een partner, opa of oma. Zo leert je baby dat voeding ook van anderen kan komen.
Halen en brengen
Een vast ritueel bij het afscheid op de opvang geeft je kind houvast. Houd het kort en rustig. Bijvoorbeeld: samen de jas ophangen, de pedagogisch medewerker begroeten en een dikke afscheidsknuffel geven. Zo weet je kind wat er gaat gebeuren en blijft het rustig op de groep.
Een kort afscheid laat ook zien dat jij vertrouwen hebt in de pedagogische medewerkers en dat je kind een fijne dag gaat hebben.
Als je je kind weer ophaalt, neem dan echt even de tijd. Al is het maar 10 minuten. Geef aandacht: knuffel, maak oogcontact, lees een boekje of geef een flesje. Zo help je je kind om te ontspannen na een drukke dag met veel prikkels.
Wat helpt bij ontprikkelen? Denk aan frisse lucht of water: even buiten spelen, wandelen, fietsen of in bad gaan. Zorg thuis voor een rustige omgeving, bijvoorbeeld geen tv of radio tijdens het eten. Ook met deze tips kun je huil- of driftbuien niet altijd voorkomen. De opvang is intensief en je kind heeft veel indrukken opgedaan. Dat kan invloed hebben op hoe goed het slaapt of zich voelt. Blijf thuis een vaste structuur volgen en stem af met de opvang. Zo help je je kind om zich veilig en vertrouwd te voelen.
Conclusie
In het eerste levensjaar verandert er veel in het ritme en behoefte, waardoor dit regelmatig een puzzel kan zijn; zowel thuis als op de opvang. Bekijk onze kennisclips voor meer informatie en tips.
Zie je er als ouder tegenop dat je kind naar de groepsopvang gaat of lukt het voorbereiden/wennen op de groepsopvang niet zo goed? De groepsopvang denkt graag mee en kunnen vanuit hun deskundigheid en ervaring tips met je delen.